Author : 4MensKRACHT

4MensKRACHT, sociaal ondernemer in de wereld van goede doelen en de zorg

Eet smakelijk

Dit blog is geschreven in opdracht van Optimaal Zorg.

Ken je dat gevoel dat je een afspraak probeert te maken met een groepje mensen en dat dat zelfs met behulp van de datumprikker een flinke klus blijkt te zijn? Wat een gedoe, zeg. Dus toen ik laatst met een groepje oudere dames, variërend in leeftijd van 75 tot 89 jaar wilde afspreken voor een uitje, nam ik daar de tijd voor. De meesten van hen waren immers redelijk of geheel ‘digibetisch’ of in ieder geval niet vertrouwd met de datumprikker. 

Het ging dus om ouderwets handwerk in de zin van op dat moment live overleggen met een papieren agenda in de hand. De data vlogen over tafel. “Nee dan heb ik een tennistoernooi”, “Nee dan moet ik oppassen op mijn kleinzoon”, “Nee dan ben ik op vakantie”. “Nee dan wordt eindelijk mijn nieuwe fiets afgeleverd”. Na ruim een kwartier was er nog geen datum waarop iedereen mee op stap kon, wat wel de uitdrukkelijke wens van allen was. 

Daarop vroeg ik de dames om te schuiven met andere afspraken, zodat we toch met z’n allen konden gaan. Dus werd er wat heen en weer gebeld, maar zonder resultaat. Dan zit er niets anders op dan dat een of twee dames niet meegaan, zei ik. Nou, dat was echt geen optie, zo werd me van alle kanten verzekerd. “We komen er wel uit”, stelden ze vol overtuiging. 

Hoe dan, vroeg ik mij af. Want de dames zijn allemaal zo druk; drukker dan ik en ik werk fulltime. Dus gooide ik de knuppel in het hoenderhok: “We kunnen natuurlijk ook morgen gaan”, stelde ik voor in een vlaag van verstandsverbijstering. En toen gebeurde het. Na een moment van stilte klonk het: “Ik kan”, “Ik ook”, “Ik ook”, “Ik ook” en “Ik ook”. 

En dus gingen we de volgende dag op stap. Het was een gezellig uitje met iedereen erbij. Tijdens de koffie kwam het gesprek op de ‘datumprikkerij’ van een dag daarvoor. “Ik vind het wel eens lastig dat je tegenwoordig alles van tevoren moet plannen”, zei een van de dames. “Ik wil niet zo’n ouwe taart zijn die zegt dat vroeger alles beter was, maar in dit opzicht was het voor mij vroeger wel beter. Toen ging je vaak spontaan op stap. Gewoon, omdat je er zin in had en het kon ook gewoon”. De andere dames zijn het daar helemaal mee eens. 

“Laatst wilde ik afspreken met mijn kleinzoon van 10 en die pakte zijn agenda om te kijken wanneer het uitkwam. Dat werd dus 2,5 weken later, want hij had sport, afspraak hier, activiteit daar en nog veel meer. Nou ja zeg dat joch is 10 jaar. Begint dat agenda gedoe en druk druk druk zijn nu al? Dat vind ik wel apart hoor”. De andere dames herkennen haar verhaal en hebben veel soortgelijke voorbeelden en diverse variaties daarop. 

“Ik mis het wel hoor dat je zomaar bij mensen langsgaat. Of dat mensen spontaan bij je op de stoep staan. Bij sommige mensen kan dat gelukkig nog steeds, maar lang niet bij iedereen. Dat kan soms heel vervelend uitpakken is mijn ervaring. Laatst was ik bij kennissen en daar werd me om half zes te verstaan gegeven dat ik naar huis moest ‘omdat we zo gaan eten’. Dat heeft me oprecht verbaasd. Verbijsterd is misschien een beter woord. Ik kan me er helemaal niets bij voorstellen dat je iemand wegstuurt omdat je gaat eten. Dat zou ik echt nooit doen”. 

Dat raakte een snaar bij ons allemaal. “Ik kom ook uit zo’n nest waar het altijd de zoete inval was”, vertelt een van hen. “Als er tegen etenstijd gasten waren, werd er klakkeloos van uit gegaan dat ze bleven eten. Ze werden daartoe in ieder geval hartelijk uitgenodigd. Er was ook altijd ‘reserve’ voedsel en hapjes voor die onverwachte gelegenheden. “Want waar er vijf eten, kunnen er ook zes of meer eten zei mijn moeder altijd”. 

Een feest van herkenning. Eet smakelijk!

Bankje

Dit blog is geschreven in opdracht van Optimaal Zorg.

Eigenlijk zit hij altijd op een van de bankjes langs het vaste ‘rondje hondje’ als ik in dat deel van het bos ga wandelen met mijn hond. Een wat je noemt gedistingeerde oude heer, steevast gekleed in een donker geruit pak met een vrolijk gekleurd vlinderdasje. Hij doet me nog het meest denken aan Marten Toonders Ollie B. Bommel en lijkt me een heer van stand. Als je begrijpt wat ik bedoel.

Mijn hond vindt hem duidelijk leuk, want ze loopt altijd kwispelend op hem af als ze hem ziet. Gewoon om een knuffel te halen. De man vindt dat helemaal oké want hij reageert altijd even enthousiast. Tot op heden was het er nog nooit van gekomen om een praatje met meneer te maken. Of ik had geen tijd, of ik was met iemand anders aan de wandel of ik liep te telefoneren. Maar altijd voelde ik mij dan een beetje schuldig als ik doorliep en nam mij voor om de volgende keer wel het gesprek aan te gaan.

Laatst was het dus eindelijk zover, want hij zat er weer. Hondlief ging als altijd naar hem toe en de begroeting was als een van oude vrienden onder elkaar. ‘Ze vindt u leuk’, zei ik hem. ‘Dat is geheel wederzijds’, zei hij. ‘Wat een prachtige lieve hond heeft u.’ Dat is natuurlijk leuk om te horen. 

Ik vroeg hem of hij aan het genieten was, zo in het bos. ‘Jazeker, het is fijn hier. En leuk ook, want er komen altijd mensen en leuke honden langs, een enkele uitzondering daargelaten. En soms een ruiter te paard. Dat is een stuk leuker dan het uitzicht vanuit mijn huis. Ik woon 1 hoog aan een drukke weg met veel verkeerslawaai. Dan zet je niet zo gauw de deur open. Voor mijn dagelijkse doses natuur kom ik hiernaartoe. Heb ik ook meteen mijn wandeltje gehad en blijf ik fit.’ 

Dat verklaart ook meteen waarom ik hem bijna altijd zie als ik hier ga wandelen. ‘Vermoedelijk zijn er ook mensen die het maar raar vinden, zo’n oude man die uren op een bankje in het bos zit mensen te kijken en contact maakt met andermans honden. Maar ik vind het hier gewoon leuker dan auto’s kijken – en noodgedwongen luisteren – die onder mijn raam door razen’. 

Brutaal als ik ben vraag ik hem waarom hij – weer of geen weer – altijd in geruit pak met vlinder das naar het bos komt. ‘Je weet nooit wie je tegenkomt’, antwoordt hij met een knipoog. ‘Op mijn leeftijd – ik ben 86 – moet je wel wat extra’s doen om indruk te maken op de dames’. ‘Oh, dus eigenlijk zit u hier niet voor de natuur, maar voor de dames’, vraag ik hem lachend. Dat beaamt hij volmondig. ‘Er is altijd hoop, toch?’ 

Zeker weten!

Beeldbellen

Dit blog is geschreven in opdracht van Optimaal Zorg.

De pandemie is gelukkig alweer lang geleden en het gewone leven is allang weer gewoon. Gelukkig maar. Het was voor velen een moeilijke tijd die we liefst zo snel mogelijk vergeten. Toch heeft die indringende periode ook goede dingen gebracht. Zoals het gebruik van beeldbellen. Uiteraard gaat er niets boven persoonlijk contact en elkaar echt in de ogen kunnen kijken. Maar als dat om wat voor reden dan ook niet mogelijk is, is beeldbellen een mooie optie. 

Dat geldt zeker ook in de thuiszorg voor ouderen. Hoeveel ouderen zijn tijdens de pandemie niet gaan FaceTimen? Toen uit nood geboren en voor velen het enige alternatief omdat live contact lange tijd niet mogelijk was. Anno 2023 is het een goede manier om tijdens de zomervakantie toch contact te hebben met de (klein)kinderen en/of familieleden elders.  

“Ik vind het fijn dat ik via FaceTime vanuit huis de verjaardag van mijn kleindochter mee kan vieren terwijl zij met haar ouders op de camping in Frankrijk zit”, zegt de 86-jarige mevrouw J. “Voor corona gaf ik mijn dochter een cadeautje en kaartje mee, dat ze op de verjaardag namens mij aan haar dochter kon geven. Dan hoorde ik achteraf de verhalen. Nu was ik er toch een beetje bij en kon ik zelf haar reactie zien. Dat is echt leuker dan verhalen achteraf of alleen per telefoon”.

Mevrouw had nooit gedacht dat ze op haar leeftijd nog aan een iPad en FaceTime zou beginnen. “Ik vond het niet nodig om dat nog te leren, want dat had ik toch helemaal niet nodig. Bovendien dacht ik dat het heel moeilijk zou zijn”, zegt ze. 

En toen kwam de pandemie en werd alles anders. “Mijn kleindochter leende mij haar iPad en leerde me er mee omgaan. Het werkte voor mij eigenlijk meteen goed. Ik vind het een pracht uitvinding. Face-to-face contact staat natuurlijk altijd op de eerste plaats, maar beeldbellen is zeker van de tweede plek. Ik vind dat echt een upgrade van telefoneren. Het feit dat je iemand kunt horen en zien, voegt voor mij echt iets toe”.

Voor mevrouw heeft de mogelijkheid om te kunnen beeldbellen ook geholpen tegen de zomereenzaamheid. “In het verleden vond ik de zomervakantie helemaal niks aan; iedereen was op vakantie en het was stil. Heel stil. Ik miste echt aanspraak. Dat is nu veel minder, omdat ik er gewoon bij kan zijn als er bijzondere dingen zijn. En soms FaceTimen de (klein)kinderen ook gewoon zomaar. Dat vind ik echt fijn en maakt dat de zomer veel minder stil en eenzaam is dan voorheen”. 

Inmiddels heeft het enthousiasme van mevrouw ook haar broer (88) overtuigd. Hij woont al heel lang in Australië. “Hij is ook aan de iPad en nu ‘drinken’ we iedere zondagochtend (voor mij) en avond (voor hem) samen koffie en kletsen we honderd uit. Je praat toch anders als je elkaar ook kunt zien. Onze band is er echt door verbeterd omdat we elkaar geregeld zien en spreken. Ik had nooit durven dromen dat dat nog zou gebeuren, maar het is echt zo. Zien is in dit geval echt geloven.”

Tegen leeftijdsgenoten die twijfelen over het nut van leren beeldbellen zegt ze vol overtuiging: “Doen! Je wereld wordt er een stuk groter door en het is echt niet moeilijk. Ik heb er geen moment spijt van dat ik de moeite heb genomen om het te leren”. 

Oud

Dit blog is geschreven in opdracht van Optimaal Zorg.

Wanneer ben je eigenlijk oud? In mijn jonge jaren dacht ik dat 50-plussers toch minimaal met één been in hun graf stonden. Vele jaren later bereikte ik zelf die leeftijd en dacht ‘ik kom net kijken’. Waarschijnlijk is het dus echt waar wat het welbekende Nederlandse spreekwoord ‘een mens is zo oud als’ie zich voelt’ zegt. Want als je tien mensen met dezelfde leeftijd op een rijtje zet, schat je er een paar op leeftijd, maar zeker ook een paar jonger en anderen juist ouder dan ze daadwerkelijk zijn.

Ik kom in mijn werk veel in aanraking met ouderen en durf wel te stellen dat de ene oudere de andere niet is. Soms kan ik de leeftijd goed inschatten, maar geregeld zit ik er flink naast; vooral vitale, actieve ouderen schat ik vaak jonger in dan ze werkelijk zijn. Laatst ook weer een oudere meneer gesproken die voor de 50ste keer de Nijmeegse Vierdaagse ging lopen. Ik dacht dat hij begin zeventig was, maar niets was minder waar. Hij was 86 jaar jong. Ik schrijf bewust jong, want hij mocht dan qua leeftijd oud zijn, maar verder was hij dat helemaal niet.

Omgekeerd maak ik ook mee dat iemand veel jonger is dan ik dacht. Oeps. Bijvoorbeeld de mevrouw die een heel zwaar leven had gehad, dat zo z’n sporen had nagelaten in haar gelaat en (levens)houding. Ze bleek ruim 15 jaar jonger dan mijn inschatting.

Beide ervaringen leren mij dat leeftijd relatief is. Een getal dat wat maar zeker niet alles zegt. Ouder worden komt niet altijd en alleen maar met gebreken en het leven zelf laat ook zo z’n sporen na. In sommige opzichten kan ouder worden ook een zegen zijn; bijvoorbeeld omdat je je steeds minder gaat aantrekken van wat anderen van je vinden. Of omdat je steeds beter leert relativeren en je niet overal meer van van de kook raakt. Dat brengt een hoop rust en relaxheid, die ik persoonlijk als buitengewoon aangenaam ervaar. 

Waanneer ben je dus oud? Geen idee en wat maakt het ook eigenlijk uit? Het stempel ‘oud’ roept bij velen toch het beeld op van grijze haren, stramme lijven, achter de geraniums, te langzaam rijden op de snelweg, ‘vroeger was het beter’-speeches en nog een hele reeks aan dergelijke stereotypen. Maar dat zijn het: stereotypen, een overdreven beeld van een groep mensen dat vaak niet of in ieder geval niet volledig overeenkomt met de werkelijkheid.

Voor mij is ‘oud’ vooral een ‘geuzenbegrip’; het verwijst naar in mijn ogen positieve facetten als levenservaring, mooie verhalen, zelfkennis, koppig doorgaan, er het beste van maken, niet bij de pakken neer gaan zitten, je niet gek laten maken. Daarom vind ik werken met/bij/voor ouderen een feestje.  

Vliegen

Dit blog is geschreven in opdracht van Optimaal Zorg.

Voor werk met het vliegtuig op reis naar elders in de wereld. Eenmaal geïnstalleerd in het vliegtuig is het altijd even afwachten of en zo ja wie mijn buurman of -vrouw wordt. Spannend. Lang blijven de 2 plekken naast mij onbezet, maar op het laatst komt er dan toch iemand: een dame op leeftijd, naar mijn idee ergens eind zeventig, misschien net tachtig. 

Een van de stewardessen helpt haar met haar tas in de overhead locker te doen, maar niet nadat ze er een boek en brillenkoker uit heeft gepakt. Dan gaat ze zitten en doet de riem om. De stewardess checkt of alles oké is en belooft dat ze gedurende de vlucht regelmatig langs komt om te zien of alles in orde is. En dat doet ze ook; steevast is er dezelfde reactie van mevrouw ‘dat het prima gaat’. 

Ze kijkt een beetje rond en begroet me. ‘Hallo ik ben Stien”, zegt ze en ik stel me ook voor. We raken aan de praat; ze wil graag weten waar ik naar toe ga en wat ik daar ga doen. Nadat ik vele vragen heb beantwoord en we inmiddels lang en breed onderweg zijn, vind ik dat het mijn tijd is om vragen te stellen.

Stien gaat naar haar kleine zusje in Indonesië, die daar al haar hele leven leeft en werkt als dokter. Ze bezoekt haar om het jaar en in het andere jaar komt haar zusje naar Nederland. Als ik haar vraag hoe oud haar zusje is zegt ze ‘84’. Maar hoe oud bent u dan, vraag ik verbaasd. “Oh maar een paar jaar ouder, 88”. Ik zat er dus flink naast met mijn eerste inschatting.

Wauw! Op je 88ste nog goed genoeg zijn om alleen de halve wereld over te vliegen? Daar teken ik voor. “Mijn kinderen hebben de laatste jaren wel als voorwaarde gesteld dat ik speciale assistentie krijg. Dus ik word opgevangen bij de check-in en wordt dan met zo’n golfkarretje naar de gate gebracht. Dat is eigenlijk helemaal niet nodig hoor want ik loop nog als een kieviet, maar mijn kinderen willen dat graag, dus…”, zegt ze met een knipoog.

Mevrouw vertelt dat ze haar hele leven veel en ver heeft gereisd. “Ik heb jarenlang gewoond en gewerkt in wat nu Rwanda is. Ik ben namelijk verpleegster. Na Afrika heb ik ook flink wat tijd doorgebracht in de binnenlanden van Brazilië.” Ze is een wandelend verhalenboek. Geweldig. De vlucht vliegt voorbij. 

Het blijft altijd grappig om te ervaren hoe misleidend iemands voorkomen/uiterlijk kan zijn. Op het oog is mevrouw een kleine, oude dame, maar in werkelijkheid is ze een stevige tante, die wel voor hetere vuren heeft gestaan dan een vlucht rond de halve wereld. De avonturen die zij heeft beleefd zijn genoeg om menig boek mee te vullen. 

Normaalgesproken ben ik geen fan van vliegtuigen, maar deze vlucht van ruim 6 uur is dankzij Stien voorbijgevlogen. Ik gun haar uiteraard haar weerzien met haar zusje, maar vind het stiekem wel jammer dat onze wegen hier scheiden. Want ik had nog uren naar haar verhalen kunnen luisteren.

Eenmaal aangekomen en uitgestapt staat er voor Stien weer een golfkarretje klaar. “Kom, er is tijd genoeg, we brengen jou eerst even naar je gate, want jouw vlucht vertrekt eerder dan de mijne.”, zegt ze en vervolgens instrueert ze de chauffeur om mij eerst weg te brengen. Hij is wat verbaasd maar doet vervolgens wat hem wordt opgedragen. Bij gate B12 is er dan toch het onvermijdelijke afscheid. 😢

Dankjewel Stien, voor deze onvergetelijke vlucht. Veel plezier in Indonesië met je zusje. Mogen jullie samen nog veel mooie avonturen beleven! 

Kamperen

Dit blog is geschreven in opdracht van Optimaal Zorg.

Wandelend door mijn directe woonomgeving stuit ik opeens op een vakantie tafereeltje: een caravan met voortent, een grote bungalowtent, compleet met zitjes ervoor, was aan de scheerlijn, campinggasje op tafel en een zwembadje. Op zichzelf is het in deze tijd van het jaar niet bijzonder om op ongebruikelijke plekken in de stad een tent, (vouw)caravan of camper te zien verrijzen, want de zomervakanties zijn begonnen en er wordt overal van alles uitgeprobeerd en overal worden spullen ingepakt. Twee dingen maken dit tafereel bijzonder: de was aan de scheerlijn en de locatie. De was, want dat hoef je toch niet te oefenen zou je zeggen. En het aparte aan de locatie is dat dit in de tuin van het verzorgingshuis staat. Voor ik me kan afvragen wat er ‘aan de hand is’ word ik aangesproken door een oudere bewoner van het verzorgingstehuis. Hij nodigt mij uit voor een kopje koffie, of in mijn geval thee. Nieuwsgierig als ik ben, neem ik de uitnodiging graag aan.

De ‘minicamping’ zoals hij het noemt, is ontstaan tijdens de pandemie. “Er is toen gezocht naar manieren om toch leuke dingen te doen binnen de mogelijkheden die er toen waren. In kleine groepjes een paar uurtjes op vakantie in de tuin, was het idee. Aanvankelijk vooral voor onze dementerende bewoners, maar al snel bleken ook anderen het leuk te vinden”. 

Wat een goed idee! De setting nodigt uit tot ouderwets ‘campinggenot’ wat ongetwijfeld veel herinneringen oproept bij bezoekers. “Het was aanleiding tot heel veel mooie momenten voor mensen met dementie die opeens weer een helder moment beleefden. Dat was voor de aanwezige familieleden echt een cadeautje. Maar ook bij andere bewoners leidde het tot mooie verhalen over vakantie avonturen uit vervlogen jaren.”

De ervaringen van die eerste keer waren zo positief, dat de minicamping in de tuin sindsdien iedere zomer terugkeert. “De meeste bewoners vinden het hartstikke leuk. We komen geregeld even een bakje doen en een praatje maken. Net als op de camping”, vertelt de man die zelf ook veel tijd op deze speciale camping doorbrengt. 

“Wij gingen vroeger graag kamperen; met het gezin gingen we heel Europa door. We hebben er altijd van genoten; een beetje keutelen op de camping, boekje lezen, barbecueën en natuurlijk met de kinderen naar het zwembad. En natuurlijk onder het genot van een drankje en wat lekkers kijken hoe de nieuwe buren de tent opzetten omdat ze onze hulp daarbij weigerden. Dat was altijd aanleiding tot veel gegniffel en plezier.”

Maar tijden veranderen; kinderen vliegen uit, het lijf wordt strammer en zes jaar geleden is zijn vrouw overleden. “Sindsdien woon ik hier. Dat was in het begin wel even wennen, maar al vrij snel voelde ik mij thuis. En zoiets als dit, deze minicamping, brengt een hoop mooie herinneringen boven. Als je hier gaat zitten, heb je binnen de kortste keren een leuk gesprek. Daar geniet ik van.”

Voor mij als toevallige voorbijganger werkt het precies hetzelfde. Opeens waan ik mij weer op de camping in de Dordogne, met de vouwcaravan en het concert van duizenden krekels in het aangrenzende korenveld. “Het waren mooie tijden op de camping”, onderbreekt mijn gastheer mijn bezoek aan mijn verleden. “Dit is een hele leuke manier om toch weer even van dat ouderwetse vakantiegevoel te genieten.”

Goede reis allemaal, fijne vakantie!

Handleiding

Dit blog is geschreven in opdracht van Optimaal Zorg.

Als je geboren bent in de tijd van geen televisie en zelfs lang niet altijd een radio in huis, dan kan de techniek die velen van ons deze dagen als vanzelfsprekend ervaren, een hele uitdaging zijn. Neem nou de afstandsbediening van de televisie; al die knopjes doet menig mens op leeftijd duizelen. 

Onlangs kwam ik bij een cliënt die niet blij was; de avond ervoor had ze haar favoriete televisieprogramma gemist. Toen ik zei dat ze dat gewoon terug kon kijken, reageerde ze afwijzend: “Dat werkt hier niet”. Desondanks vroeg ik haar of ik het even mocht proberen en dat mocht. De functie werkte gewoon. 

Cliënt was zeer verbaasd, want ze had het verschillende keren geprobeerd en het werkte echt niet. Ze liet me zien wat ze had gedaan, namelijk alle 19(!) stappen uit de handleiding van de provider zorgvuldig gevolgd. En inderdaad, het werkte niet omdat er in totaal liefst 6(!) stappen niet waren omschreven in de handleiding. Die heb ik voor haar op de juiste plek toegevoegd en toen ging het prima. 

Mevrouw werd er helemaal blij van, want zo hoeft ze geen programma meer te missen. “Dit is erg fijn, want ik heb lang niet altijd zin om een programma te kijken wanneer het ’s avonds wordt uitgezonden. Ik ben vroeg wakker en dan kijk ik wel graag tv”. Het illustreert het belang van een goede handleiding waarin alle stappen beschreven staan en niets wordt overgeslagen. 

De afstandsbediening zelf is trouwens ook al een uitdaging voor mevrouw: “Want al die kleine knopjes met daarop nog kleinere tekentjes, vind ik ingewikkeld. Ik zie lang niet altijd het verschil. Ik heb zo’n versimpelde versie van de mobiele telefoon, waarom is er ook niet zoiets voor de afstandsbediening”, vraagt ze zich af. Die zijn er vast wel, maar dan is het probleem weer hoe je die moet installeren. “Moet je maar net iemand in je omgeving hebben die dat voor je kan instellen en die heb ik niet”.

Dat was voor mij aanleiding om de provider te bellen. Nee, die hadden geen ‘idiotproof’ afstandsbediening, want iedereen kan werken met zo’n ding, stelde de medewerker van de klantenservice. “Dat is dus niet waar. Als je er niet mee bent opgegroeid, is het lang niet zo eenvoudig”, bracht ik daartegenin. Dat vond hij maar onzin.

Mijn andere opmerking over missende stappen in de handleiding werd ook volledig weggewimpeld. “Zoals het er staat is het volstrek logisch; mensen zijn niet gek’, aldus de klantenservice. “We hebben het getest”. Vermoedelijk alleen met jongere mensen, denk ik hardop wat me op een smalende zucht van de klantenservice-medewerker komt te staan. “Voor veel ouderen is het ontbreken van stappen wel een probleem, omdat een en ander voor hen helemaal niet zo logisch is als u wel denkt”. 

Daarop kwam geen reactie, maar alleen de wedervraag van de klantenservice: “Of ik ook zinnige vragen had?” Toen is ‘laat maar’ antwoordde, werd ik gedag gezegd en was het gesprek over. Zo empathisch, heel bijzonder. 

Na afloop van het gesprek ontving ik zo’n irritant ‘U had zojuist contact met onze klantenservice’-mail, waarin wordt gevraagd naar de kwaliteit van het gesprek, de medewerker en de door hem/haar verstrekte informatie. Laat ik het erop houden dat ik geen voldoende heb gegeven. 

Als tip/suggesties heb ik aangegeven dat fabrikanten en providers vooral ook ouderen in hun testpanel moeten opnemen, dat een versimpelde afstandsbediening niet alleen fijn is voor idioten en dat niet iedereen uit de voeten kan met hun afstandsbediening. Uiteraard is daarop nooit enige reactie gekomen en zal het nog wel even duren voor er op dit vlak beter wordt nagedacht over gebruikersgemak voor iedereen. Zucht!

Alarmering

Dit artikel is geschreven in opdracht van Optimaal Zorg

Vallen in huis blijkt een van de grootste risico’s voor ouderen om verwondingen op te lopen, niet zelden met ernstig letsel of zelfs de dood tot gevolg. Dat is een schrikbarende gedachte. Het geeft ook het belang aan van snelle hulp bij noodsituaties. 

Veel ouderen zijn kwetsbaar en geregeld, ook afhankelijk van de hulp van anderen. In noodsituaties kan het letterlijk van levensbelang zijn dat er snel hulp wordt geboden. Dat kan zo maar het verschil betekenen tussen herstel en blijvende schade en leven en dood. Een belangrijk hulpmiddel is een alarmeringssysteem waarmee ouderen snel hulp kunnen inschakelen.

Ouderen hebben nu eenmaal een verhoogd risico op een noodsituatie, zoals een valpartij, een hartaanval of een beroerte. Bij acute noodsituaties telt elke minuut. Een alarmeringssysteem biedt ouderen een extra veiligheidsnet en gemoedsrust. Zo kunnen ze langer veilig en zelfstandig blijven wonen omdat ze weten dat zij als het nodig is met één druk op de knop hulp kunnen inroepen. En dat is niet alleen voor de oudere zelf, maar zeker ook voor zijn of haar naasten een geruststellende gedachte. 

Er zijn verschillende typen alarmeringssystemen voor ouderen. Een persoonlijk alarm werkt met een draagbare zender in de vorm van een hanger, die ouderen om hun nek dragen. Met een druk op de knop maakt de drager contact met de alarmcentrale, die vervolgens de nodige hulp inschakelt. 

De spraakgestuurde alarmering werkt met spraakherkenning. Ouderen kunnen met hun stem contact maken met de alarmcentrale en zo hulp inschakelen. Weer een andere optie is een valalarm dat automatisch wordt geactiveerd als het systeem de val herkent. Een automatisch alarmeringssysteem is gekoppeld aan verschillende sensoren in huis. Als er bijvoorbeeld gedurende een bepaalde tijd geen beweging meer wordt waargenomen, gaat er automatisch een melding naar de alarmcentrale.

De keuze voor een passend alarmeringssysteem is belangrijk. Verschillende overwegingen spelen een rol. Zoals de betrouwbaarheid: kies altijd voor een systeem met een goede reputatie en dito ondersteuning. Ook het bereik van het alarm is van belang. Vraag hoe groot het bereik is van het systeem en probeer dat ook uit. Het is goed te weten waar de grenzen zijn. 

Uiteraard speelt ook de prijs een rol: er zijn veel verschillende typen systemen op de markt, die flink variëren in prijs. Als er sprake is van abonnementskosten vergeet dan vooral niet om te checken wat allemaal wel en niet is inbegrepen. Ook is het goed om te weten wat de installatie kost en waar je allemaal voor betaald.  

Alarmeringssystemen kunnen ouderen een extra veiligheidsnet bieden in noodsituaties. Het is daarom belangrijk dat ouderen beschikken over een betrouwbaar systeem dat past bij hun persoonlijke situatie en behoeften. Door goed geïnformeerd te zijn over de verschillende opties en zorgvuldig een keuze te maken, kan de veiligheid en gemoedsrust van ouderen worden vergroot.

Dansen

Dit blog is geschreven in opdracht van Optimaal Zorg.

Ouderdom komt met gebreken, zeggen ze. Gelukkig niet voor iedereen; sommigen hebben het grote geluk om in goede geestelijke en lichamelijke gezondheid actief te blijven en oud te worden. Maar dat is niet iedereen gegeven; voor anderen doet het gezegde weldegelijk opgeld. Gelukkig zijn er steeds meer hulpmiddelen en diensten om ook hen fijn oud te laten worden, ondanks de gebreken.

Ook als je lichamelijk en/of geestelijk achteruitgaat, is het belangrijk om in beweging te blijven. Uiteraard naar vermogen: je zoveelste vierdaagse lopen na je 70ste is nou eenmaal niet voor iedereen weggelegd. En dat hoeft ook helemaal niet.

Onlangs liep ik langs een verzorgingshuis bij mij in de buurt en er klonk muziek uit de tuin. Van die ouderwetse dansmuziek. Gauw even doorgelopen en toen zag ik het: in de zon, op het terras waren een heleboel ouderen aan het dansen. Alles bewoog door en om elkaar heen: setjes van twee mensen stijldansten, anderen zaten langs de kant en wiegden mee op de maat. Sommigen dansten alleen. Rollators, rolstoelen, krukken; alles was op de dansvloer. Een gezellige boel. 

Al vrij snel werd het hek naar het voetpad waarover ik liep, opengezet en werden passanten uitgenodigd in de tuin. Daar kon ik geen nee tegen zeggen. Ik vroeg wat rond en leerde dat het dagelijkse dansuurtje een beetje uit de hand was gelopen in een soort van impromptu tuindansfeest omdat het eindelijk zulk lekker weer was. 

Sinds het begin van dit jaar is er iedere werkdag van 10 tot 11 een dans-uur voor alle bewoners ongeacht fitheid, mobiliteit, flexibiliteit, geestelijke gesteldheid of wat dan ook. Iedereen mag en kan meedoen. “Want als het niet kan zoals het moet, moet het maar zoals het kan”, aldus de organiserende fysiotherapeute Sanne, die tevens groot dansliefhebber is. “Want dansen kan je ook met 1 been, als je in een rolstoel zit, als je blind bent of een beetje of heel erg in de war bent. Dat maakt allemaal helemaal niets uit op de dansvloer. Het gaat om bewegen en plezier hebben”.

Aan het begin van het jaar deden maar een paar mensen mee aan het dansuurtje. “Ik denk dat er veel schroom was bij de bewoners. Maar we zijn gewoon gestart met die eerste vijf mensen. Het was meteen hartstikke leuk, omdat we iedere dag een andere soort muziek gebruiken en een andere soort dans doen en zo gaat het nog steeds”. De dansmuziek van deze ochtend is een favoriet en keert geregeld terug. 

Aan het einde van de eerste week maakte Sanne een afspraak met de deelnemers: ieder van hen zou de volgende week een nieuwe bewoner motiveren om ook mee te doen. En zo is het gaan rollen en kwamen er steeds meer dansende deelnemers.

Vijf maanden later zijn er dagelijks 25 tot 50 deelnemers. “Sommigen komen alle dagen, anderen een of twee keer per week. Net wat je wilt. Er is maar een regel: stilstaan of -zitten is niet toegestaan en dat werkt. We hebben ook een mevrouw die bedlegerig is en heel moeilijk kan bewegen maar met hulp van onze vrijwilligers kan ook zij gewoon meedoen. Dat is toch geweldig?” 

En dat is het. Het maakt niet uit waar ik kijk, ik zie uitsluitend blije gezichten. “Niet schrikken hoor, van al die rammelende oudjes”, grapt de oude man naast mij. “We vallen echt niet uit elkaar.” Hij vertelt me dat hij zich eerder dit jaar moeilijk liet overhalen om deel te nemen aan het dansuurtje. “Maar toen ik doorkreeg dat het echt geen dansles is en het werkelijk niet uitmaakt of je wel of niet kan dansen, ben ik mee gaan doen. Als ik in de gelegenheid ben, dans ik altijd mee. Het geeft mij goede energie en ik voel me beter. Blijf dansen mensen!”

Eeuwigheidswaarde

Dit blog is geschreven in opdracht van Optimaal Zorg.

Al decennialang is ze een van de belangrijkste mensen in mijn leven. Destijds moest ik als 11-jarige mijn ouders vergezellen naar een etentje bij haar en haar gezin thuis. Mijn ouders hadden hen kort daarvoor leren kennen en een etentje leek een logische volgende stap in een nieuwe vriendschap. 

Ik had er totaal geen zin in, maar op die leeftijd deed ik nog wat mijn ouders wilden en dus ging ik mee. Achteraf gezien was dat een van de allerbeste beslissingen in mijn leven. Want zonder haar was mijn leven heel anders en vooral veel minder goed gelopen. Ik ben nog dagelijks blij dat ik toen mijn ouders ben gevolgd.

Berty is het prototype van een sterke, zelfstandige vrouw die haar leven leeft zoals ze dat zelf wil. Ze runde haar gezin op efficiënte wijze, bepaalde haar eigen grenzen, maakte haar eigen keuzes, had en heeft veel interesses en activiteiten buitenshuis en geeft iedereen de ruimte om zijn/haar eigen weg te gaan. Voor mij is haar huis en familie sindsdien een toevluchtsoord en dat is het nog steeds.

Anno 2023 is Berty 91 jaar jong en ‘still going strong’, zoals de Engelsen dat zo mooi zeggen. Natuurlijk gaat het allemaal een beetje langzamer en is ze wat strammer, maar verder is ze nog steeds dezelfde, welbespraakte, goed geïnformeerde, altijd geïnteresseerde vrouw die ze altijd was. Ze heeft onlangs een pacemaker gekregen, maar is inmiddels goed herstelt van die ingreep: “Het gaat goed met me. Ik ga morgen weer in de tuin werken”, antwoordde ze op de vraag hoe het met haar ging.

Berty komt uit een ijzersterk geslacht, althans wat de vrouwen betreft. Haar moeder werd bijna honderd, in goede geestelijke en lichamelijke gezondheid. Die was ook niet klein te krijgen en toen haar tijd eenmaal was gekomen, ging dat gelukkig heel snel en pijnloos. 

Zo wil ik ook dat het met mij gaat, zegt Berty al vele jaren. “Maar alleen zo, dus zolang mijn geest me niet in de steek laat en ik niet lichamelijk aftakel. Want als dat wel gebeurt, dan hoeft het echt niet meer voor mij”. Uitgaande van haar haarscherpe observaties, rake grappen en goede vragen, zit het met de geestelijke vermogens voorlopig nog goed. En getuige het feit dat ze weer in de tuin werkt, gaat het lichamelijk ook weer prima. 

Als Berty op deze manier doorgaat, overleeft ze ons nog allemaal. Toch moeten we realistisch zijn, zegt ze. “Ik heb niet het eeuwige leven en dat wil ik ook niet.” Dat weet ik natuurlijk ook wel, maar toch moet ik niet aan dat onvermijdelijke moment denken. Want voor mij heeft Berty eeuwigheidswaarde: ze is er altijd. Mijn hoop is dat dat straks ook zo is en blijft, alleen in een andere vorm. 

Schuiven naar boven